Jelmar Bos heeft zijn maatschappelijke doelen steeds meer voor ogen
Van voetbal naar atletiek
Toen ik zes was keek ik de Olympische Spelen op televisie en dacht ik, daar wil ik ook staan. Tegelijkertijd voetbalde ik ook en wilde ik heel graag in Oranje voetballen. Dit waren mijn twee uitgangspunten om in de sport succesvol te worden. Toen ik doorhad dat ik een beperking had en het voetballen bij Ajax en Oranje het niet gingen worden, had ik door dat ik in een andere sport ook niet de Olympische Spelen ging halen.
Gelukkig was er ook voetbal voor mensen met een beperking, het ‘CP-voetbal’. Daar ben ik gestart toen ik veertien was en dat heb ik tot mijn negentiende gespeeld. Daar werd er bekend dat ik een hele hoge snelheid had, dit betekende dat ik in de atletiek heel snel de Olympische Spelen kon halen. Die heb ik toen binnen twee jaar gehaald en stond ik dus op de Olympische Spelen van Londen en Rio. Het hoogtepunt van mijn topsportcarrière was dat ik op het EK 2016 in Amsterdam een zilveren medaille heb gewonnen.
Topsport en studie viel niet te combineren
Ik was niet de juiste kandidaat om mijn studie met topsport te combineren, want ik trainde negen keer per week. Ik heb een jaar geprobeerd om een studie te volgen op de Johan Cruijff Academy door één dag in de week naar school te gaan, maar dit bleek toch niet te combineren. Daardoor ben ik na een jaar gestopt en heb ik me volledig op mijn sportcarrière gericht. Dat heeft als nadeel dat ik nu alleen mijn havodiploma heb en moeilijk ergens binnen kan komen.
Plots stoppen met topsport
Ik was abrupt gestopt, doordat er een kwalificatie opnieuw moest worden gekeurd in de atletiek en deze nadelig uitviel voor mij. Hierdoor behoorde ik niet meer tot de top van mijn klasse en moest ik noodgedwongen stoppen.
Ik kwam toen in gesprek met NOC*NSF over wat ik in mijn maatschappelijke carrière wilde en ging doen. Zij kwamen toen aanzetten met het idee om een traject te volgen bij De SportMaatschappij. Hier zou ik in een halfjaar voornamelijk mezelf ontwikkelen en inzien waar mijn doelen in een maatschappelijke carrière meer tot uiting zouden kunnen komen.
De SportMaatschappij zorgde voor duidelijkheid
Toen ik was gestopt met atletiek wist ik echt totaal niet waar ik heen wilde. Ik had wel een jaar journalistiek gestudeerd en een jaar gestudeerd aan de Johan Cruijff Academy, maar ik wist niet zeker waarin ik precies verder wilde. Ik wilde zeker iets in de sport doen, want mijn hart ligt in de sport.
In dat halfjaar bij De SportMaatschappij ben ik er wel achter gekomen door bij verschillende bedrijven mee te lopen en verschillende gesprekken te hebben, dat mijn toekomst wel echt in de sportjournalistiek ligt. Daarin wilde ik dus graag iets doen en daar heeft De SportMaatschappij een grote bijdrage aan geleverd.
Goed om bezig te zijn met je maatschappelijke carrière naast je sport
Ik heb zelf te weinig aandacht gegeven aan mijn maatschappelijke carrière tijdens mijn sportcarrière. Dus het is goed om tijdens je sportcarrière bezig te zijn met je maatschappelijke carrière, zodat wanneer je topsportcarrière stopt, je sneller in je maatschappelijke carrière aan het werk kan.
Je weet eigenlijk nooit wanneer je stopt met je sportcarrière. Als je je dan al hebt verdiept in je maatschappelijke carrière of daarin een stap hebt gemaakt door middel van een opleiding of een bijbaan, dan denk ik dat je sneller je doelen kan stellen voor je maatschappelijke carrière. Daarin kan je dan ook weer het uiterste eruit halen.
Doorzettingsvermogen en zelfvertrouwen is belangrijk
De kwaliteiten die je nodig hebt om vanuit de topsport naar het werkgebied te gaan is toch wel doorzettingsvermogen en zelfvertrouwen. Deze heb je nodig om ergens te komen en weer een nieuw doel te krijgen. Daar kan je dan weer met volle energie voor gaan en alles voor doen.