Bonden kunnen sporters helpen met start maatschappelijke carrière
door: Nelleke van der Heiden | 28 maart 2019
Voor iedere topsporter komt er moment dat hij of zij moet nadenken over een maatschappelijke carrière na de sport. De één zal sneller zijn draai vinden dan de ander, maar voor de meesten is de overgang van 24 uur per dag honderd procent focussen op je sport naar het opbouwen van die maatschappelijke carrière groot. De sportbonden zouden hierin een belangrijke rol kunnen spelen, meent Caroline Wensink, oud-profvolleybalster en nu bestuurslid van De SportMaatschappij, een stichting die topsporters begeleidt naar een carrière na de sport.
Zelf is Caroline Wensink ook door haar bond geholpen. Toen zij in 2014 stopte, kreeg ze eerst een stageplek en later een baan bij de Nevobo. “Ik kreeg een mooie kans om bij de bond aan de slag te gaan. Daar was ik heel blij mee, want het heeft wel even geduurd voor ik eraan gewend was dat ik geen sporter meer was en acht uur per dag op kantoor moest zitten. Een totale carrièreswitch. Ik stond aan de top en opeens was ik op kantoor een van de medewerkers. Maar daar moet je wel aan geloven, dat moet je gewoon doen.”
Mentor van jonge sporters
Wensink volgde haar eigen advies op en deed het gewoon. Dat was vijf jaar geleden. Na de Nevobo werkte ze enige tijd voor de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging en inmiddels werkt ze bijna een jaar bij de Johan Cruyff Academy bij de Hogeschool van Amsterdam. Daar is ze mentor van jonge sporters die hun topsport combineren met een opleiding. “Ik train ze op personal skills, personal branding en geef loopbaanbegeleiding, maar help bijvoorbeeld ook als het nodig is bij het verplaatsen van tentamens. Ik ben een soort coach voor de studenten. Daarnaast geef ik het vak communicatieve vaardigheden.”
Dat ze coaching ontzettend leuk vindt, heeft ze gaandeweg ontdekt. De SportMaatschappij wil precies daarbij helpen: ontdekken wat je leuk vindt. Wensink kende de initiatiefnemers van De SportMaatschappij - Arlette van der Meulen-van Cleeff en Sylvia Karres - en besloot hen te bellen toen ze zelf met een aantal vragen zat. Ze dronken koffie en hielden contact. Wensink was onder de indruk hoe zij haar met een paar rake vragen meteen verder op weg hielpen. Ze raakte betrokken bij de stichting. Eerst in de raad van advies en sinds de zomer is ze bestuurslid. En warm pleitbezorger.
“De SportMaatschappij maakt zich hard voor hele grote groep sporters die zich persoonlijk willen ontwikkelen. Ze begeleiden de transitie naar de maatschappij en helpen bij vragen als ‘hoe kom je waar je wilt aan de bak?’ en ‘hoe weet je een richting waar je naartoe wilt?’. En de stichting begeleidt ook topsporters die nu nog sporten. Het doel is dat zij door het ontzorgen langer kunnen blijven sporten maar ook al vroeg weten waar hun kwaliteiten liggen en welke kant ze op willen.”
Tegen de top aanschurken
Wensink erkent dat er meer gebeurt op dit vlak. NOC*NSF heeft bijvoorbeeld een programma voor sporters met een status. “Maar dat gaat alleen om topsporters die op hun terrein behoren tot de toptien van de wereld. Daar vallen velen buiten, die wel hetzelfde voor hun sport hebben gedaan, hetzelfde traject hebben doorgemaakt. Talenten die net niet goed genoeg waren, maar wel tegen die top aanschurkten.” Voor die grote groep kan De SportMaatschappij uitkomst bieden, maar dan moeten de sporters de stichting wel weten te vinden. In eerste instantie wel een verantwoordelijkheid van de sporter zelf, maar - vindt Wensink - de bonden zouden hier ook een belangrijke rol in kunnen en moeten spelen.
Wensink trekt dit thema binnen het bestuur naar zichzelf toe, vertelt zij. Natuurlijk hebben de bonden niet allemaal de plek of het budget om iedere sporter net als Wensink zelf een baan binnen de bond aan te bieden. Maar ze hebben wel zicht op hun topsporters en op wie er stopt. “Ze hebben een signaleringsfunctie.” Ze kunnen verwijzen naar De SportMaatschappij of andere begeleidingsmogelijkheden. Maar ze kunnen ook nauwer samenwerken. Met een aantal bonden heeft De SportMaatschappij al projecten lopen. De Nevobo, de roeibond (KNRB) en de KNVB. Die laatste heeft bijvoorbeeld in samenwerking met ING georganiseerd dat alle Oranje Leeuwinnen een individueel traject bij De SportMaatschappij kunnen volgen en de KNRB laat zijn roeiers het Krachtprogramma volgen, een groepsprogramma van De SportMaatschappij. Bij de Nevobo heeft Wensink een medevoorvechter voor begeleiding gevonden in (beach)volleyballer Reinder Nummerdor.
Met bonden aan tafel
De eerste drie bonden zijn dus enthousiast en nemen hun verantwoordelijkheid. Doel is nu om met zoveel mogelijk bonden aan tafel te gaan, zegt Wensink. Zodat alle stoppende topsporters soepel hun weg naar een nieuwe, maatschappelijke loopbaan vinden. En dat is ook winst voor de werkgevers, want je haalt een uniek kracht in huis, is Wensinks stellige overtuiging.
“Het is een beetje generaliseren, maar topsporters hebben een enorm doorzettingsvermogen. Bij het sporten was het ook zo, je had een taak en die volbracht je. Lukt dat niet, dan ligt dat aan jou. Je zorgt dat de taak afkomt, no matter what. Dat is een belangrijk kenmerk van topsporters: je geeft niet zomaar op. Je zet door en zorgt dat het voor elkaar komt. Die aanpak met die energie geeft een bedrijf ook energie.”
De SportMaatschappij
Stichting De SportMaatschappij begeleidt (oud-)topsporters richting persoonlijk en maatschappelijk succes. In de coachprogramma's staat de persoonlijke groei van zowel actieve als oud-topsporters voorop, zodat ze doelgericht keuzes maken, onbezorgd kunnen sporten en op volle kracht de maatschappij instromen. Het Fonds van De SportMaatschappij geeft ze financiële mogelijkheden om hier op een laagdrempelige manier gebruik van te maken.
De SportMaatschappij motiveert organisaties en het bedrijfsleven (binnen en buiten de sport) om via het Fonds een inhoudelijke en financiële bijdrage te leveren aan de persoonlijke ontwikkeling van (oud-)topsporters. Hiermee geven zij topsporters een doorstart na hun sportcarrière en worden zij als supporter onderdeel van een hechte gemeenschap waarin de kracht van topsport centraal staat. Zo helpen topsporters en supporters elkaar verder.
Lees dit artikel op Sport Knowhow XL.